- Joined
- Jun 24, 2021
- Messages
- 1,669
- Solutions
- 2
- Reaction score
- 1,817
- Points
- 113
- Deals
- 666
De Europese Unie implementeert het VN-Verdrag van 1988 door middel van twee verordeningen van het Europees Parlement en de Raad. Deze worden aangevuld met een aantal gedelegeerde en uitvoeringsverordeningen van de Commissie, waarin de bepalingen in detail worden uiteengezet. Deze verordeningen zijn rechtstreeks van toepassing in de lidstaten. De gedelegeerde verordeningen kunnen worden gewijzigd na raadpleging van de Groep van deskundigen inzake drugsprecursoren, die regelmatig bijeenkomt en bestaat uit deskundige vertegenwoordigers van elke EU-lidstaat. De verordeningen implementeren het VN-Verdrag van 1988 en zijn opgesteld om te voorkomen dat stoffen worden omgeleid naar illegale kanalen. Dit is een belangrijk punt, dat verder in de discussie aan de orde zal komen. De handel in drugsprecursoren tussen de Europese Unie en derde landen wordt gereguleerd door Verordening (EG) nr. 111/2005, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1259/2013 (zie geconsolideerde versie). De handel tussen EU-lidstaten is geregeld bij Verordening (EG) nr. 273/2004, gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1258/2013 (zie geconsolideerde versie). Elke geconsolideerde versie bevat een bijlage met een lijst van stoffen waarop de verordeningen van toepassing zijn. Gedelegeerde verordeningen van de Europese Commissie brengen nieuwe stoffen onder controlemaatregelen door ze rechtstreeks aan de verordeningen toe te voegen. Stoffen die op deze manier onder controle zijn gebracht, zijn onder andere chloorefedrine en chloorpseudoefedrine (precursoren voor methamfetamine) in 2016 en NPP en ANPP (precursoren voor fentanyl en derivaten) in 2018. Daarnaast worden de verordeningen aangevuld met extra praktische hulpmiddelen, zoals 'Richtsnoeren voor marktdeelnemers' en e-learningcursussen voor dergelijke marktdeelnemers en voor douaneautoriteiten.
In deze verordeningen zijn de procedures, werkafspraken en beperkingen vastgelegd voor marktdeelnemers die handelen in drugsprecursoren. De bepalingen omvatten regels voor het verkrijgen en controleren van vergunningen en registraties, wettelijke rapportageverplichtingen, invoer- en uitvoerprocedures en de identificatie van anomalieën of onregelmatigheden ("verdachte transacties").
In de EU-verordeningen worden bepaalde termen gedefinieerd, waaronder 'geregistreerde stof' en 'niet-geregistreerde stof'. Een geregistreerde stof is een stof die voorkomt in de bijlage van de verordeningen, inclusief mengsels of natuurproducten (als de daarin voorkomende geregistreerde stof gemakkelijk kan worden geëxtraheerd), maar exclusief geneesmiddelen die deze stoffen bevatten (behalve die in categorie 4 van 111/2005). Een niet-geregistreerde stof is een stof die weliswaar niet in de bijlage staat, maar waarvan is vastgesteld dat hij is gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen.
Op internationaal niveau somt het VN-Verdrag van 1988 drugsprecursoren op in twee tabellen. Tabel I bevat stoffen die gemakkelijk kunnen worden omgezet in gecontroleerde drugs of die essentieel zijn voor de vervaardiging van drugs, terwijl tabel II andere chemische stoffen bevat, zoals oplosmiddelen en reagentia die vaak worden gebruikt voor de verwerking van drugs. De stoffen in tabel I zijn onderworpen aan strengere controles dan die in tabel II. In de EU-regelgeving worden alle chemische stoffen in VN-tabellen I en II onderverdeeld in vier categorieën, die hieronder worden beschreven. Dit categoriseringssysteem met vier niveaus maakt een grotere flexibiliteit mogelijk bij de toepassing van controles, verificaties en monitoring, afgestemd op de behoeften van de Europese Unie.
Categorie 1
Deze categorie bevat de stoffen die gemakkelijk kunnen worden omgezet in gecontroleerde drugs en die aan de strengste controles worden onderworpen. Veel van deze stoffen staan in tabel I van het VN-Verdrag van 1988.
*(De stereoisomerische vormen van de stoffen in deze categorie met uitzondering van cathine (ook bekend als (+)-norpseudoefedrine), wanneer het bestaan van dergelijke vormen mogelijk is. De zouten van de stoffen in deze categorie wanneer het bestaan van dergelijke zouten mogelijk is en niet zijnde de zouten van cathine).
Categorie 2
Deze categorie bevat stoffen die op grote schaal worden gebruikt in de chemische industrie en die ook essentieel zijn voor de verwerking van drugs (bijv. azijnzuuranhydride en kaliumpermanganaat voor de verwerking van heroïne en cocaïne). Deze komen uit tabel I of tabel II van het Verdrag van 1988.
*(De zouten van de stoffen in deze categorie wanneer het bestaan van dergelijke zouten mogelijk is. a) In Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren is categorie 2 opgesplitst in twee subcategorieën, waarbij azijnzuuranhydride is opgenomen in categorie 2A en de andere stoffen in categorie 2B).
Categorie 3
Deze categorie bevat de reagentia en oplosmiddelen die gewoonlijk worden gebruikt bij de verwerking van drugs en die voorkomen in tabel II van het Verdrag van 1988.
*(De zouten van de stoffen in deze categorie wanneer het bestaan van deze zouten mogelijk is en niet zijnde de zouten van zoutzuur en zwavelzuur).
Categorie 4
Deze categorie heeft specifiek betrekking op geneesmiddelen en diergeneesmiddelen die efedrine, pseudo-efedrine of zouten daarvan bevatten.
(Categorie 4 komt alleen voor in Verordening 111/2005 met betrekking tot handel buiten de EU).
Alle stoffen op de VN-lijsten komen voor op de EU-lijsten, maar er zijn enkele extra chemische stoffen die in de Europese Unie worden gereguleerd - dit zijn chemische stoffen die niet op de VN-lijsten staan en die zijn gebruikt bij de illegale productie van drugs in de Europese Unie. Naast de lijsten met geregistreerde stoffen houdt de INCB een beperkte internationale lijst bij van niet-geregistreerde stoffen. In de Europese Unie houdt de Europese Commissie een 'vrijwillige toezichtlijst' bij. Indien nodig kunnen de bevoegde instanties van de EU-lidstaten en de Commissie aanvullingen op de vrijwillige toezichtlijst voorstellen om de identificatie van pogingen tot misbruik te vergemakkelijken en snel te kunnen reageren op nieuwe trends.
De verantwoordelijkheden van marktdeelnemers die handelen in drugsprecursoren zijn samengevat in een tabel van de 'Richtsnoeren voor marktdeelnemers' (zie afbeelding) van de Europese Commissie.
Marktdeelnemers spelen een sleutelrol bij het voorkomen van misbruik van drugsprecursoren en moeten de identificatie van verdachte transacties van alle geregistreerde stoffen vergemakkelijken; dit is verplicht voor de categorieën 1 tot en met 4, en vrijwillig en sterk aanbevolen voor niet-geregistreerde stoffen. Deze bepalingen zijn effectief gebleken met betrekking tot geregistreerde stoffen, in die mate dat de belangrijkste stoffen die worden gebruikt voor het maken van amfetamine en MDMA in de Europese Unie (BMK en PMK) zelden worden aangetroffen. Vrijwillige samenwerking biedt de nodige flexibiliteit om snel te reageren op veranderende trends en patronen van misbruik van drugsprecursoren.
In deze verordeningen zijn de procedures, werkafspraken en beperkingen vastgelegd voor marktdeelnemers die handelen in drugsprecursoren. De bepalingen omvatten regels voor het verkrijgen en controleren van vergunningen en registraties, wettelijke rapportageverplichtingen, invoer- en uitvoerprocedures en de identificatie van anomalieën of onregelmatigheden ("verdachte transacties").
In de EU-verordeningen worden bepaalde termen gedefinieerd, waaronder 'geregistreerde stof' en 'niet-geregistreerde stof'. Een geregistreerde stof is een stof die voorkomt in de bijlage van de verordeningen, inclusief mengsels of natuurproducten (als de daarin voorkomende geregistreerde stof gemakkelijk kan worden geëxtraheerd), maar exclusief geneesmiddelen die deze stoffen bevatten (behalve die in categorie 4 van 111/2005). Een niet-geregistreerde stof is een stof die weliswaar niet in de bijlage staat, maar waarvan is vastgesteld dat hij is gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen.
Op internationaal niveau somt het VN-Verdrag van 1988 drugsprecursoren op in twee tabellen. Tabel I bevat stoffen die gemakkelijk kunnen worden omgezet in gecontroleerde drugs of die essentieel zijn voor de vervaardiging van drugs, terwijl tabel II andere chemische stoffen bevat, zoals oplosmiddelen en reagentia die vaak worden gebruikt voor de verwerking van drugs. De stoffen in tabel I zijn onderworpen aan strengere controles dan die in tabel II. In de EU-regelgeving worden alle chemische stoffen in VN-tabellen I en II onderverdeeld in vier categorieën, die hieronder worden beschreven. Dit categoriseringssysteem met vier niveaus maakt een grotere flexibiliteit mogelijk bij de toepassing van controles, verificaties en monitoring, afgestemd op de behoeften van de Europese Unie.
Categorie 1
Deze categorie bevat de stoffen die gemakkelijk kunnen worden omgezet in gecontroleerde drugs en die aan de strengste controles worden onderworpen. Veel van deze stoffen staan in tabel I van het VN-Verdrag van 1988.
Stof | VN-tabel | Gewoonlijk gebruikt om te maken |
1-Fenyl-2-propanon (BMK, P-2-P) | I | Amfetamine |
3,4-Methyleendioxyfenylpro-pan-2-on (PMK, MD-P-2-P) | I | MDMA |
4-Anilino-N-fenethylpiperidine (ANPP) | I | Fentanyl derivaten |
Alfa-fenylacetoacetonitril (APAAN) | I | Amfetamine |
Chloorefedrine | - | Methamfetamine |
Chloorpseudoefedrine | - | Methamfetamine |
Efedrine | I | Methamfetamine |
Ergometrine | I | LSD |
Ergotamine | I | LSD |
Isosafrol (cis + trans) | I | MDMA |
Lyserginezuur | I | LSD |
N-acetylantranilzuur | I | Methaqualon |
Norefedrine | I | Methamfetamine |
N-fenethyl-4-piperidon (NPP) | I | Fentanyl derivaten |
Piperonal | I | MDMA |
Pseudoefedrine | I | Methamfetamine |
Safrole | I | MDMA |
Categorie 2
Deze categorie bevat stoffen die op grote schaal worden gebruikt in de chemische industrie en die ook essentieel zijn voor de verwerking van drugs (bijv. azijnzuuranhydride en kaliumpermanganaat voor de verwerking van heroïne en cocaïne). Deze komen uit tabel I of tabel II van het Verdrag van 1988.
Stof | VN-tabel | Gewoonlijk gebruikt voor de productie van |
Azijnzuuranhydride (a) | I | Heroïne |
Fenylazijnzuur | I | Amfetamine |
Antranilzuur | I I | Methaqualon |
Piperidine | I I | Fencyclidine |
Kaliumpermanganaat | I | Cocaïne |
Categorie 3
Deze categorie bevat de reagentia en oplosmiddelen die gewoonlijk worden gebruikt bij de verwerking van drugs en die voorkomen in tabel II van het Verdrag van 1988.
Stof | VN-tabel | Typisch gebruik |
Zoutzuur | II | Reagens |
Waterstofchloride | - | Reagens |
Zwavelzuur | II | Reagens |
Tolueen | II | Oplosmiddel |
Ethylether | II | Oplosmiddel |
Diethylether | - | Oplosmiddel |
Aceton | II | Oplosmiddel |
Methylethylketon | II | Oplosmiddel |
Categorie 4
Deze categorie heeft specifiek betrekking op geneesmiddelen en diergeneesmiddelen die efedrine, pseudo-efedrine of zouten daarvan bevatten.
Stof | VN-tabel | |
Geneesmiddelen en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die efedrine of zouten daarvan bevatten | - | Methamfetamine |
Geneesmiddelen en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die pseudo-efedrine of zouten daarvan bevatten | - | methamfetamine |
Alle stoffen op de VN-lijsten komen voor op de EU-lijsten, maar er zijn enkele extra chemische stoffen die in de Europese Unie worden gereguleerd - dit zijn chemische stoffen die niet op de VN-lijsten staan en die zijn gebruikt bij de illegale productie van drugs in de Europese Unie. Naast de lijsten met geregistreerde stoffen houdt de INCB een beperkte internationale lijst bij van niet-geregistreerde stoffen. In de Europese Unie houdt de Europese Commissie een 'vrijwillige toezichtlijst' bij. Indien nodig kunnen de bevoegde instanties van de EU-lidstaten en de Commissie aanvullingen op de vrijwillige toezichtlijst voorstellen om de identificatie van pogingen tot misbruik te vergemakkelijken en snel te kunnen reageren op nieuwe trends.
De verantwoordelijkheden van marktdeelnemers die handelen in drugsprecursoren zijn samengevat in een tabel van de 'Richtsnoeren voor marktdeelnemers' (zie afbeelding) van de Europese Commissie.
Marktdeelnemers spelen een sleutelrol bij het voorkomen van misbruik van drugsprecursoren en moeten de identificatie van verdachte transacties van alle geregistreerde stoffen vergemakkelijken; dit is verplicht voor de categorieën 1 tot en met 4, en vrijwillig en sterk aanbevolen voor niet-geregistreerde stoffen. Deze bepalingen zijn effectief gebleken met betrekking tot geregistreerde stoffen, in die mate dat de belangrijkste stoffen die worden gebruikt voor het maken van amfetamine en MDMA in de Europese Unie (BMK en PMK) zelden worden aangetroffen. Vrijwillige samenwerking biedt de nodige flexibiliteit om snel te reageren op veranderende trends en patronen van misbruik van drugsprecursoren.
Last edited by a moderator: